Spring naar inhoud

Nachtzorg: Hoe pak je dat het best aan?

In De Burcht (Hoogezand) is in 2023 een begin gemaakt met een andere manier om de nachtzorg te organiseren. Daar is een Nachtzorg Team opgericht, dat de nacht gezamenlijk begint, zich opdeelt over de afdelingen en samen verantwoordelijk is voor de zorg. Minder eenzaam werken, meer onderlinge steun waar dat nodig is. Het was even wennen, maar over het algemeen horen we hierover positieve verhalen.

Nu ook in Haren

In Haren (De Dilgt) is onlangs ook een begin gemaakt met een Nachtzorg Team. De redactie zette de wekker dus maar eens op 2.45 uur en schoof om 3.30 uur aan bij het koffiemoment van 8 medewerkers. We wilden de sfeer proeven. In een doodstil gebouw wachtten we in de Oranje Zaal. Serene rust, hoewel de zorg op de afdelingen steeds doorgaat. We hadden vanaf de parkeerplaats al bedlampjes zien branden achter gesloten gordijnen en de silhouetten van zorgzame medewerkers gezien. Tijdens het wachten hoorden we in de verte telefoons afgaan. Nachtelijke dynamiek. ‘Wat kan ik voor u doen?’ zegt Erica Swabedissen. Het is een bewoner die meldt dat ze haar partner naar het toilet gaat begeleiden. “Vaak zijn het ook de sensoren, die ons melden als er iemand uit bed is”, zegt een collega. “Of mensen bellen natuurlijk gewoon omdat er iets is.''

Voorkeuren

Een andere collega komt net uit woontoren Bach, waar ze een bewoner heeft geholpen. “Ik kende haar niet, want ik ben nog maar pas begonnen bij ZINN. Ik merkte dat ze even van slag was omdat ze me niet kent”, vertelt ze. Weer een andere collega werkt louter nachtdiensten op de afdeling PG waar mensen met dementie wonen. “Het mooiste werk wat er is”, zegt ze. “Altijd onverwachte situaties. Je moet met deze bewoners veel geduld hebben. Alles is voor hen vreemd en je moet dus vooral veiligheid en geborgenheid uitstralen.” Haar collega vult aan: “Ik vind bewoners met mentale problemen heel interessant.” Een andere collega hoort het aan en zegt: “Ik wil liever juist niet werken met mensen met dementie, omdat je vaak niet meer zo goed met hen kunt communiceren.” 

Het loopt nog niet zoals het uiteindelijk zal moeten, maar dat is logisch. Dat komt nog wel. Het voordeel is dat we elkaar treffen en elkaar vaker helpen. Je staat er minder alleen voor. Het is ook veel gezelliger, vind ik.” Het wordt beaamd. De zorg in de nacht zal er waarschijnlijk beter van worden en dat is waar het iedereen om te doen is.

Donker

De koffie smaakt goed en de tongen komen los. “Wat ik van nieuwe manier van werken een nadeel vind is dat ik op onbekende afdelingen en in gebouwen kom die ik niet goed ken”, zegt iemand. “Daar word ik wel een beetje onzeker van.” Een ander: “Het is niet fijn om ‘s nachts buitenom van het ene gebouw naar het andere te gaan. Ik gebruik daar nu een fiets voor, haha.” Een collega valt haar bij: “Ik moest laatst even helpen in woontoren Bach en ik hoorde toen buiten wat jongeren rondhangen. Ik vond dat erg spannend.” Deze nacht heeft Siska de zogenaamde continuïteitsdienst. Ze is als verzorgende een soort wegenwacht die overal te hulp geroepen kan worden. Ze zegt: “We moeten nog wel wat wennen met het Nachtzorg Team met één persoon minder. Ik zie dat medewerkers zich hechten aan hun vaste plek. Het samenspel moet nog wat soepeler gaan lopen.”

Waarom anders?

Eén van de redenen om de nachtzorg anders te organiseren is dat er met één medewerker minder gewerkt kan worden. Het streven is: “We geven bewoners de ruimte voor eigen gewoonten in de nacht en we zorgen voor rust door zo min mogelijk verstoringen.” Bewoners worden dus niet meer gewekt voor kleine zorgmomentjes, zoals vroeger. Ook is het de bedoeling dat medewerkers elkaar helpen, ook op andere afdelingen. Tenslotte: door medewerkers flexibeler te kunnen inzetten in de nacht, hoeven minder externe krachten te worden ingehuurd.