Spring naar inhoud

Creatief met quilten

Op haar kamer is gelijk te zien dat mevrouw Staal creatief is. De muren zijn behangen met haar zelfgemaakte ‘quilts’. Een quilt is een doorgestikte deken, gemaakt van drie lagen textiel die op elkaar genaaid worden volgens een speciale techniek. Met naald en draad, want, zoals ze zelf zegt: “Mijn ogen zijn slecht maar mijn handen mankeert niks.”

Hoe lang geleden ze hiermee begonnen is, weet mevrouw Staal niet precies meer. “Ik was altijd al creatief”, vertelt ze. Naailes heeft ze nooit gehad. “Kleren maken voor de kinderen, breien, haken, knutselen in het kindertehuis in Egmond waar ik ooit werkte en later in het UMCG; ik deed het gewoon”, lacht ze. 

Glas in lood 

Ze pakt een prachtig quilt-doek erbij met daarop een afbeelding van het kerstverhaal, wat lijkt op een glas-in-lood raam. “Dit is Bethlehem”, zegt ze. “Samen met een vriendin ben ik met deze lap ooit begonnen. We zagen een plaatje, hebben dat bij een copyshop uitvergroot, en zijn aan de slag gegaan – zonder enige ervaring.” Eenmaal de smaak te pakken maakte ze alle figuren uit de kerststal, inclusief dieren en kindje in een kribbe. Uit een houten wijnkistje komen ze één voor één tevoorschijn. Later maakte ze kleine en grote wandkleden, dekens, onderzetters en, eenmaal in De Burcht, handige tasjes die medebewoners aan de rollators of rolstoelen kunnen hangen. Soms maakt ze ook weleens troostdekens voor nabestaanden, gemaakt van oude kleding van een overledene. 

Snoepwinkel 

Vaak nemen mensen stoffen voor haar mee, maar soms gaat ze met haar vriendin naar de quiltwinkel in Schildwolde. “Daar hebben ze de meest prachtige stoffen, dat is voor mij net een snoepwinkel”, glundert mevrouw Staal. 

Bezig blijven 

“Het is jammer dat ik hier zo weinig plek heb. Toen ik hier vierenhalf jaar geleden kwam wonen, heb ik zoveel weg moeten doen. Maar goed, het is niet anders.” Een mooi gevolg van dit ruimtegebrek is dat er enkele wandkleden op de gang van de afdeling Somatiek in De Burcht te bewonderen zijn. Ondertussen stapelen de dekens en kleden zich langzaam verder op in de kamer van Mevrouw Staal. Want ja; “Ik kan wel met mijn handen in de schoot gaan zitten, maar daar heeft niemand wat aan.”